Skip to content

ZoKa 2018 – Deel 3

Zaterdag 28 juli
Nu we de schat hebben gevonden en Nassau hebben veroverd, is het tijd voor een feestje. We worden uitgenodigd door een beschonken piraat voor een feestavond, maar dan moeten we wel in gepaste kledij een liedje zingen.

Dus gaan de jongens op pad om zich voor te bereiden. Vandaag moeten de regenpakken voor het eerst dit kamp echt mee aan boord, want er zijn regenbuien op komst. Op verschillende plaatsen in de buurt van de Hoop worden de liedjes voorbereid. Teksten worden geschreven, kleding wordt gepast, de Hoop wordt versiert en er ook bakken de jongens een cake. We krijgen wel een verfrissend buitje over ons heen, maar uiteindelijk valt het allemaal reuze mee. De onweersbuien en hagelstenen gaan langs ons heen.

’s Avonds hebben we in het ruim een gezellige sing-song, waarbij de jongens hun voorbereide acts opvoeren. Kapitein Flint en Piet Piraat beoordelen de acts op originaliteit en  ook piraat-waardigheid, en die van de Sternen maakte de meeste indruk. Als de verkenners hun tanden aan het poetsen zijn, komen de zeearenden aan, die met de valk een zeilzwerfttocht door Friesland hebben gemaakt.

Zondag 29 juli
De wolken hebben weer plaats gemaakt voor de zon. Gelukkig maar, want vandaag komen alle ouders langs. Na het corvee varen we met alle vletten naar camping het Gouden Plakje, waar we om half 11 de ouders ophalen. Eenmaal op het kampterrein kunnen alle ouders even bijpraten met hun zonen, onder het genot van een bakje koffie en allerlei lekkers dat de ouders hebben meegenomen. Daarna varen de vletten uit om te zeilen. Er staat ondertussen een stevig windje, een goede gelegenheid voor de verkenners om hun ouders te laten zien wat ze allemaal geleerd hebben.

Na de lunch met soep, salades en brood is het tijd voor de roeiwedstrijden. Er zijn weer leuke teams samengesteld, de ene wat meer ervaren dan de andere, wat een vermakelijke wedstrijd opleverde. Daarna moeten we net als vorig jaar de dat iets eerder beëindigen, want er is regen op komst, en daar had niemand rekening mee gehouden. Nog snel een rondje koffie en het afscheidspraatje, waarbij de leiding van de ouders nog een mooi cadeau krijgt aangeboden, een waarde cheque voor een leuk teamuitje, dank daarvoor! Als iedereen in de boten zit en we terug varen, begint het licht te spetteren, maar echt nat worden we er gelukkig niet van.

Na het eten was de hoop dat we nu toch eens het emmer-zeil-bal zeilspel konden spelen, dat we al 4 keer eerder wilden spelen. Maar ook vandaag is het lot ons niet gunstig gezind en valt de wind weg. Daarom spelen we maar een potje honkbal op het veld, totdat we alle twee de ballen kwijt zijn in de rietkraag.

Maandag 30 juli
Vandaag alweer de laatste dag in Friesland. We breken het kampterrein af en terwijl de koks de laatste inkopen doen voor de terugreis, hijsen we de zeilen. We zeilen naar het Heegermeer, waar de valk op ons ligt te wachten. De piraten in de valk gooien badeendtjes in het water, die je vlet moet oppikken voor deze uit het veld is gedreven. De Stormvogels hebben dit het beste onder de knie en weten de meeste eentjes te redden. Daarna varen we door naar Woudsend, waar de verkenners kunnen passagieren en douchen. Vervolgens over het Slotermeer en door Sloten naar de Grote Brekken, waar de Hoop ondertussen aan het eiland ligt.

Terwijl de koks vanochtend de laatste inkopen voor de terugreis hebben gedaan, heeft de Hoop de watertanks gevuld. Onderweg is er ook nog een stop gemaakt in Woudsend om de dieseltank weer af te vullen, dus we zijn klaar voor de terugreis. Als de vletten bij de Hoop zijn beginnen de jongens meteen met het sleep klaar maken van de vletten. De zeilspullen, roeiriemen en de mast gaan van boord en de sleeplijn wordt vastgeknoopt. De leiding hijst het Geeltje aan dek en alle andere spullen worden ook op het dek geladen. Even over negen is alles klaar en hebben we de avondkoffie, waarna de tandjes gaan poetsen. Morgen gaan we vroeg op, in de hoop voor de drukte de eerste 2 sluizen door te komen, de Noordoostpolder in.

Dinsdag 31 juli
We staan om half 7 op, nadat Raymond ons zoals elke dag dit kamp met zijn gitaar heeft wakker gezongen. Na het ontbijt gooien we de trossen los en om 8 uur liggen alle vletten op sleep achter de Hoop. Bij de Prinses Margrietsluis leek het er even op dat we zo in konden varen, maar helaas moeten we een schut wachten. Na de sluis gaan we niet rechtsaf het IJsselmeer op, want er zijn buien en harde wind voorspeld. We gaan links af naar de Friese sluis. Ook daar moeten we een schut wachten, maar rond 10 uur varen we in de Noordoostpolder. Door deze vertragingen komen we helaas 10 minuten na het begin van de lunchpauze aan bij de bruggen van Emmeloord, waardoor we 50 minuten moeten wachten. Via de sluis bij Marknesse komen we weer bij de Voorstersluis. Deze blijkt iets smaller dan die in Marknesse, waardoor we niet met de zelfde boten in de sluis passen en ook een schut moeten wachten. Daarna kunnen we rustig doorvaren. Op het Zwarte Meer halen we de vletten langszij voor het avondeten. Er staat een stevige wind schuin van voren, waardoor we er voor kiezen door het Ramsdiep te varen, onder de beschutting van de dijk. Na het eten steken we het Ketelmeer over, waarbij we even flink schommelen door de golven totdat we achter het IJsseloog varen. In elke vlet zitten nu 2 ipv 3 jongens, zodat we in het ruim de afwas kunnen doen, terwijl we door varen tot de sluis van Roggebot, waar we afmeren voor de nacht.

Woensdag 1 augustus
We staan nog een kwartiertje eerder op dan gisteren, zodat we om half 8 als de sluis weer wordt bedient meteen erin kunnen varen. Er staat weinig wind, waardoor het als snel opwarmt aan boord. De tocht over de Randmeren verloopt daardoor ook rustig. Bij Nijkerk passeren we de sluis ook zonder problemen, door drukte is dat hier ook wel eens anders. Bij Almere Haven komen de schepen langszij voor het diner. Vlak voor we bij Muiden zijn is het toetje op en gaat iedereen weer de boten in. De zeesluis kunnen we zo invaren. Via de Vecht komen we om 7 uur bij Weesp, ruim op tijd om er nog doorheen te varen. We besluiten ook het Amsterdam-Rijnkanaal nog over te steken en af te meren in de Gaasp, zodat we morgen eerder kunnen vertrekken. Om half 9 liggen we afgemeerd en wordt er nog even gezwommen.

Donderdag 2 augustus
De eerste brug die voor ons open moet ligt in Diemen. Om kwart over 8 wordt de sleep geformeerd, zodat we daar even voor 9 aankomen. Niet veel later arriveert ook de brugwachter en kunnen we doorvaren. Twee bruggen later hebben we minder geluk, de brug heeft storing aan de lichten en we moeten wachten. Na 20 minuten blijkt de brug desondanks toch open te kunnen. Bij Amsterdam varen we de Amstel op waar we zonder problemen alle bruggen passeren. Via de Tolhuissluizen komen we in het Aarkanaal. De brug die op de heenweg gestremd was is weer open, we hoeven dus niet door de Drecht en onze stuurhut af te breken. In Alphen aan de Rijn gaan we rechts af de Oude Rijn op richting Leiden. In Koudekerk aan den Rijn meten we om 5 uur af voor ons Galgemaal, want de brug even verderop is net als in Leiden tot 6 gesperd vanwege de spits. Om half 7 varen we weer verder. In Leiden varen we het Rijn-Schiekanaal in. Er zijn weinig plaatsen om af te meren dus we door tot aan de sluis van Leidschendam. Als het begint te schemeren zetten we de kooien alvast op in het ruim zodat de verkenners meteen kunnen gaan slapen als we aankomen. Om 10 uur meren we af aan een palenrij in het centrum van Leidschendam. We zijn lekker opgeschoten waardoor we morgen bijtijds in Rotterdam kunnen zijn.

Vrijdag 3 augustus
Op onze laatste kampdag staan we om half 8 op. Na het gebruikelijke ochtend ritueel van wassen en ontbijten varen we om 9 uur de sluis van Leidschendam in. Daarna volgen flink wat bruggen over de Vliet, die vlot voor ons open gaan. Bij Rijswijk worden we opgelopen door een containerschip met vuilnis, die we niet veel later laten passeren. Hij blijkt niet veel harder te varen dan ons, wat erg prettig is als we door Delft varen. De bruggen worden voor deze binnenvaarder namelijk meteen geopend en wij mogen direct meevaren, waardoor we in no-time Delft door zijn. Via de Schie varen we verder naar Rotterdam en hier staan de eerste ouders al naar ons te zwaaien. Dan varen we de Spaanse Polder in en net na twaalven meren we af in de Gantelhaven. Diverse ouders verwelkomen ons en al snel zijn ze tassen met was aan het verslepen en worden de gevonden voorwerpen uitgezocht. Gezamenlijk laden we het dek van de Hoop leeg. Terwijl de masten weer op de vletten worden gezet, wordt ook de rest van de Hoop uitgeladen. Alle spullen verdwijnen naar de vletten. Om half 2 is de vloot gereed om te vertrekken. De Hoop moet de stuurhut nog afbreken en zal daarna alleen naar zijn ligplaats varen. Via het Noorderkanaal en de Rotte komen we weer op de Bergsche plassen. Gelukkig is het nog niet druk. Op het eiland laden we de boten uit en bergt de staf alles op, terwijl de verkenners hun boten van voor tot achter uit soppen. We gebruiken hiervoor de tuinslang met vers water, want in de haven drijven een hoop (blauw)algen. Om kwart over 4 is alles gedaan en gaan de jongens naar huis.

Zaterdag 4 augustus
De leiding is om 10 uur weer op de Hoop om deze schoon te maken, want dat is wel nodig na 3 weken intensief gebruik. Zowel binnen als buiten wordt er flink gesopt en geboend. Tussen 11 en 12 komen diverse verkenners en ouders langs om hun laatste spullen op te halen. Om half 3 is alles klaar en gaan we lunchen. Dit doen we bij de sluis van Leidschendam, want toen we daar vrijdag lagen zag dit er erg gezellig uit. Terwijl we genieten van ons eten en de bootjes die door de sluis varen, blikken we terug op een leuk kamp. Het was warm, er was niet altijd even veel wind en we moesten regelmatig ons programma aanpassen. Maar toch was het gezellig en hebben we een hoop lol gehad. Nu een paar weken vakantie en in september gaan we weer aan een nieuw seizoen beginnen, met nieuwe belevenissen en uitdagingen.