Skip to content

ZoKa 2018 – Deel 1

Zaterdag 14 juli
Het kader, de zeearenden en staf verzamelen om 10 uur op het eiland. Alle spullen die vorig weekend zijn klaargezet, laden we in 3 vletten en varen we naar de Hoop.
De Hoop is de afgelopen 2 weken onderhouden door de verkenners en de staf, met wat hulp van ouders. Roest en losse verf is verwijderd, de kale plekken in de primer gezet en vervolgens alles weer netjes in de juiste kleur geverfd. Ze ligt er weer mooi bij. De onderhoudsmaterialen zijn weer op het ponton geladen en als alle spullen uit de vletten in de Hoop zijn, varen ze samen met het ponton weer terug naar het eiland. Rond 3 uur is alles opgeruimd en gaat iedereen naar huis om zijn eigen spullen te pakken.

Zondag 15 juli
De leiding is om 2 uur op de Hoop. Nadat ze hun kastjes hebben gevuld met hun persoonlijke spullen beginnen ze met het schoonmaken van de Hoop. Ook bergen ze de spullen verder op die gisteren aan boord zijn gebracht. Om 5 uur gaat de laptop aan om het WK voetbal te kijken, terwijl er nog een paar klusjes worden gedaan. Tijdens de 2de helft wordt er gegeten.

Om 19:00 komen de eerste verkenners hun spullen brengen. Ze worden ontvangen door Jack Rackham en Piet Piraat. Voordat ze aan boord mogen, moeten ze de aanmonster overeenkomst ondertekenen, met 17 belangrijke regels zoals hoe de buit verdeeld wordt aan het einde van de reis. Daarna kunnen ze hun kistje inruimen en een reddingsvest passen. Als dat gebeurd is, gaan ze weer naar huis voor een laatste nachtje slapen in hun eigen bed. Om 20:00 heeft iedereen zijn spullen gebracht. De staf bespreekt aan dek nog even de dag van morgen voor en gaat dan ook naar huis.

Maandag 16 juli
Raymond en Pim zijn blijven slapen op de Hoop en zijn om half 6 al weer op. Ze breken de stuurhut af en leggen deze aan dek en krijgen hierbij hulp van Henk. Ze zijn daardoor ruim op tijd bij de Irenebrug, die om 7 uur open gaat. Via de Rotte en het Noorderkanaal varen ze naar de Gantelhaven. Daar komen Hans en Joke de laatste verse inkopen brengen.

De verkenners verzamelen om 9 uur op het eiland. Alle bootspullen worden in de vletten geladen en de laatste spullen gaan in het Geeltje. Rond 10 uur varen we weg naar de eerste sluis om de Rotte in te gaan. Daar staan heel veel ouders te kijken en die zwaaien ons uit als we de Rotte in varen. Half 12 zijn we in de Gantelhaven, waar de bootspullen op dek worden geladen. Ook het Geeltje wordt op het dek gehesen en gevuld met spullen. Tijdens de lunch op de kant wordt nog een keer kort een sleep instructie gegeven en daarna gaan we de boten in. Onder toeziend oog van diverse ouders varen wordt de sleep geformeerd, waarna we bakboord uit naar de Schie gaan.

Via Delft en Den Haag komen we in Leidschendam, waar we net te laat zijn voor de sluis. Van half 5 tot half 7 is deze gestremd voor de recreatievaart. We meren af voor de sluis en gaan een stukje verderop in het kanaal lekker zwemmen, want het is zonnig er erg warm. Daarna eten we aan dek onze meegenomen boterhammetjes. Om half 7 mogen we als eerste de sluis in. Na de sluis varen we door naar Leiden, waar we om half 9 in de Zijl afmeren voor de nacht. De koks hebben een broodje shoarma gemaakt en ook krijgen we een stukje meloen.

Dinsdag 17 juli
Om 7 uur staan we op. Nadat iedereen zich heeft gewassen ontbijten we in het ruim. Rond half 9 gaan de trossen los en varen we naar de Kaag. Via de Ringvaart komen we bij de Drecht. Deze is zo smal, dat we deze in eerste instantie voorbij varen. Een klein stukje verder op de Brasum keren we om en even later varen we alsnog de Drecht in. Na een kwartiertje varen komen we een brug tegen. Deze is vorig jaar vervangen door een lagere brug en deze is nu zo laag geworden dat we er niet meer onder door kunnen. Maar gelukkig kunnen we onze stuurhut afbreken en passen we er alsnog onderdoor. Onze normale route door het Aarkanaal was niet begaanbaar, omdat daar een brug gestremd was, vandaar dat we toch voor deze route hadden gekozen. Iedereen helpt goed mee, waardoor we na 20 minuten onder de brug door zijn en de stuurhut al varend al weer opgebouwd wordt. Na nog een paar smalle bruggetjes die gewoon open kunnen komen we bij de Tolhuissluizen, waar we 1 schut moeten wachten. Voor twaalven varen we de Amstel in, die ons al kronkelend naar Amsterdam brengt. Om 5 uur komen we daar aan, waar we bij de Omval afmeren. Ook hier wordt de brug in de spits niet bediend en dus gaan we in het ruim ons diner eten.

Om 6 uur kunnen we weer verder varen, door de Weespertrekvaart langs Diemen. Aan het einde hiervan komen we bij het Amsterdam-Rijnkanaal dat we dwars oversteken. Daar ligt Weesp. Helaas zijn we een paar minuten te laat om nog een brugopening te krijgen, waardoor we hier moeten overnachten. We eten eerst nog ons toetje en daarna nemen we een plons in het water. Om half 11 ligt iedereen te kooi.

Woensdag 18 juli
We mogen een half uurtje langer op bed liggen, want de bruggen worden pas om 9 uur bediend. De vletten gaan al wrikkend door Weesp, met wat extra mensen in de valk, zodat die ook onder het bruggetje door gaat. Als we de Hoop proberen te starten, blijkt de accu leeg te zijn. Snel zetten we een van de accu’s van het 24 boordnet over, zodat we alsnog kunnen starten. Als we met een kwartiertje vertraging bij de eerste brug aankomen staat deze al open, maar vlak voor ons gaat hij dicht. De brugwachter komt ons vertellen dat er een alarm van de brandweer is, waardoor hij de brug even niet mag bedienen. Na 15 minuten komt hij terug en kan hij alsnog de brug openen.

Na Weesp varen we door de Vecht naar Muiden, waar we door de oude zeesluis het Markermeer op varen. We gaan stuurboord uit richting de Randmeren. Op het voordek bouwen de verkenners met riemen en een zeil een bad, wat ze vullen met warm koelwater van de Hoop. Na een ochtendje badderen is iedereen aan boord weer lekker fris, en gaan we lunchen. Aan het begin van de middag passeren we de sluis bij Nijkerk en varen we het Wolderwijd op. We varen langs het scoutingterrein waar we afgelopen Pinksterkamp zijn geweest tegen vijven komen we aan bij Harderwijk. Daar ligt het eiland “Knarland” waar we afmeren. Hier zullen we 2 nachten blijven liggen.

Na het eten zetten we de masten weer op de vletten en leggen de zeilen aan boord. Daarna spelen we een potje ringbal op het veld. Daarna mogen de jongens nog snel een plons nemen en gaan we te kooi.

Donderdag 19 juli
Als we opstaan schijnt alweer de zon. Vandaag is onze eerste speldag, wat ook inhoud dat we na het wassen beginnen met de dagopening aan dek, waarbij we de vlag hijsen. Na het ontbijt en het corvee hebben we de morning coffee, gevolgd door de aandacht. Deze staat dit jaar in het teken van Leven op/met de zee. Bart verteld hoe het leven als zeeman eruit ziet. De zeearenden bereiden zich voor op hun zeilzwerftocht en vertrekken naar Harderwijk voor hun eerste inkopen.

Dan komen opeens Kapitein Flint en Jack Rackham het ruim binnen. Ze komen kijken of de aangemonsterde verkenners wel uit het juiste piratenhout zijn gesneden. Ze krijgen een aantal trainingsopdrachten om te vervullen: loopplank gevecht, de evenaar passeren (er onder door), al wrikkend een emmer met water optillen en natuurlijk kanonskogels afvuren.

Na de lunch is er wind gekomen er krijgen de jongens zeilinstructie. De koks zijn ondertussen ook weer terug van inkopen doen in Harderwijk, en zij varen samen met Paul en Martijn de Hoop naar Harderwijk. Daar vullen we de water en dieseltanks, zodat we weer een paar dagen vooruit kunnen.

Na het eten spelen we voetbal en rugby en als afsluiting kunnen de verkenners nog een plons nemen in het water.

Vrijdag 20 juli
Ook vandaag waait het niet heel hard, en uit de richting waar we naartoe willen. Daarom gaan we niet zeilen, maar gaan we op sleep. Om half 11 varen we onder de brug van Harderwijk, richting Elburg. Net na de lunch passeren we de Roggebotsluis. Niet veel later zien we de zeearenden varen, die meteen een sleepje vragen. We steken de IJssel over en varen via het Ketelmeer naar het Zwarte Water. Even voor zessen varen we de Voorstersluis in, waar we 4,5 meter de Noordoostpolder inzakken. We varen nog een uurtje verder tot we bij de sluis van Marknesse zijn. Daar meren we af en eten we op de kant. Voordat we gaan slapen, mogen de jongens nog even zwemmen.

Zaterdag 21 juli
We staan om 7 uur op, en om kwart over acht drukken we op de knop waarmee we bediening van de sluis aanvragen. 20 minuten later zijn we 2 meter gezakt en varen we op sleep richting Emmeloord. Daar gaan we rechtsaf de Lemstervaart in. Aan het einde daarvan ligt de Friese sluis, waar we weer 6 meter omhoog gaan. In plaats van een klein stukje IJsselmeer over naar de grote Prinses Margriet sluis (waar we afgelopen jaren lang moesten wachten), gaan we meteen rechts af Lemmer in. Door de historische sluis varen we dwars door het centrum. Het is hier smal en druk met bootjes waardoor we niet snel door kunnen varen. Maar rond 2 uur varen we het eerste Friese meer op, de Grote Brekken. De camping waar we vanavond wilden liggen heeft helaas geen plaats, dus gaan we op zoek naar een andere ligplaats. Na een rondje Brandemeer waar alles vol ligt, gaan we weer terug naar het eiland in de Grote Brekken, waar nog wel plek is. Om 3 uur zijn we afgemeerd. Het waait niet hard, maar het is wel lekker warm. Niet veel later liggen alle jongens in het water om lekker te zwemmen. Ondertussen haalt Pim de vlet van de familie van der Top op in Sloten. Ook zal hij Bart en Frank daar afzetten, want die moeten naar huis om te gaan varen.

Na het eten is de wind wat aangetrokken en gaan we het water op voor een spelletje zeilpesten. Als je een tennisbal met een nummer in je boot krijgt, moet je de manoeuvre die hierbij hoort uitvoeren, waarna je weer verder mag spelen. Om half 10 is iedereen weer bij de kant, en hebben we een nieuwe gast, Niels zal de komende dagen het stafteam versterken.